Over de slavernij zijn al meer kinderboeken verschenen. De Surinaamse schrijfster Henna Goudzand Nahar koos met Suikerland voor een programmatisch verhaal over diverse tot slaaf gemaakten.
Lano wordt tegen zijn zin weggerukt uit zijn vaderland. Hij valt ten prooi aan slavenhandelaars. Eerder waren hij en zijn ouders na een stammenstrijd al tot slaaf gemaakt. Maar dat leven was nog heilig vergeleken bij wat hem bij de witte slaveneigenaren te wachten te staat.
Bij de zwarte familie mag Lano eerst nog mee-eten en spelen met de kinderen Esi en Yaa. Maar na twee seizoenen moet hij zijn rol als slaaf spelen. ‘Jongen’, noemt Esi hem sindsdien, om de afstand tot zichzelf te vergroten. Zoals de witte mensen later spreken van negers. ‘Alsof je eigenlijk geen mens was als men je een neger of negerin noemde.’ Goudzand Nahar weet goed duidelijk te maken wat de ‘nieuwe’ formulering ‘tot slaaf gemaakt’ precies inhoudt.
Niet veel later ervaart Esi zelf wat het betekent om tot slaaf te worden gemaakt. De drie kinderen worden ontvoerd door mensenrovers, verkocht aan de Europeanen en ingescheept naar Suriname. Lano weet nog voor de grote oversteek te vluchten, Yaa sterft onderweg en Esi belandt op een suikerplantage in Suriname.
Goudzand Nahar beschrijft in grote lijnen de geschiedenis van de slavernij. Daarbij legt ze de focus op hoe meester en slaaf naar elkaar kijken en vooral hoe de tot slaaf gemaakten proberen hun identiteit en waardigheid te behouden. Nahars verhaal is eerder programmatisch dan psychologisch verfijnd. De paginagrote, gestileerde kleurenillustraties van Renate Siepel passen daarbij: ze verbeelden vooral geschiedenis. Nahar kiest daarbij, net als in haar eerdere jeugdboek Op de rug van Bigi Kayman, voor een hoopvolle boodschap: niet alleen Lano, maar ook Esi weet haar gevangenschap te ontvluchten. Want slaaf is niet wat je bent, maar wat de ander van je maakt.