In het boek Terra Ultima van Raoul Deleo waart onmiskenbaar de geest van Batavus Doorgstoppel. En heel misschien ook een beetje van Tristram Shandy.
Stel je een continent voor ver in de oceaan, waar geen mens ooit voet aan wal zette en waar wezens wonen als lieveheersbeertjes, koraalpanters en konijguins. Dat is precies wat illustrator Raoul Deleo heeft gedaan en in Terra Ultima mogen we meegluren in zijn ultieme wereld.
Het boek is opgezet als een vermakelijke mystificatie. Ene dr. Noah J. Stern, collega-ontdekkingsreiziger en bioloog (‘erelid van het Koninklijk Genootschap der Wetenschappen’) heeft ijverig de vijf hutkoffers vol tekeningen, kaarten en dagboekaantekeningen geordend die Deleo bij hem thuis heeft laten bezorgen. Dit doet denken aan Max Havelaar, waarin Batavus Droogstoppel tegen wil en dank het pak van Sjaalman in handen krijgt. En inderdaad, deze Stern lijkt qua nuchterheid en boekhoudersmentaliteit zeker op Droogstoppel.
Een andere associatie van mij slaat wellicht nergens op. Maar de naam Stern doet me denken aan Laurence Sterne, de Ierse schrijver en geestelijke die eind achttiende eeuw de vermaarde roman Life and Opinions of Tristram Shandy, Gentleman schreef. De rationele Stern lijkt geenszins op Tristram Shandy, maar Terra Ultima bezit wel de humor en originaliteit die het werk van Sterne ook kenmerkt. Bovendien is het, zoals de jury van de Woutertje Pieterse Prijs al over haar winnaar schreef, net als het boek van Sterne ‘een ode aan de verbeeldingskracht’.
Terug naar de Stern van Deleo. Je vraagt je af hoe deze man ontdekkingsreiziger van beroep kan zijn, want hij lijkt elke zucht tot avontuur en verrassing te missen. Hij leidt het verhaal in en geeft commentaar op de aantekeningen. Hij prijst de volharding waarmee Deleo de exotische wereld als een rasechte wetenschapper heeft onderzocht en vastgelegd. Maar soms kapt hij Deleo af, als een dwaas die het spoor bijster is: ‘Wat gaat het de lezer aan dat Deleo (…) muiskarpers zag zwemmen? In een zandvlakte? (…) Ik houd het op een zonnesteek.'
Maar bovenal is Stern afgunstig. Hij kan het niet hebben dat Deleo iets heeft gezien wat hijzelf ontberen moet. En dat Deleo de route naar de nieuwe wereld niet wil prijsgeven. Ergens tussen Alaska en Azië en ‘vandaar wijst het zich vanzelf’. Maar voor Stern wijst niets zich vanzelf. Net als Batavus Droogstoppel mist hij verbeeldingskracht. Hij heeft geen oog voor de schoonheid van de natuur die zijn collega steeds meer ervaart en ondergaat.
De lezer intussen kan genieten van dit heerlijke staaltje schrijfkunst én van de prachtige tekeningen van Deleo (psuedoniem van de Nederlandse illustrator Raoul de Leeuw). Stel je toch eens voor dat we al die wonderlijke wezens ooit echt konden aanschouwen. Deleo lijkt te zeggen: doe je ogen dicht en zet je verbeelding aan het werk. Niet voor niets omschreef de jury van de Woutertje Pieterse Prijs deze winnaar als ‘Een ode aan de verbeeldingskracht’. En dat is niets teveel gezegd.
(Dit is een uitgebreidere versie van een recensie die mei 2022 verscheen in Didactief).