Ter gelegenheid van 75 jaar bevrijding verschijnt Wij waren erbij: twaalf verhalen over ervaringen van ooggetuigen.
De titel van het boek verwijst onmiskenbaar naar Wij waren er ook bij (1962), een jeugdroman waarin Gertie Evenhuis, gebaseerd op haar dagboek, verhaalt over een groepje middelbare scholieren in de oorlogsjaren. Dit werd in 1990 herdrukt onder de titel Wij waren erbij, met de mooie dubbele betekenis van getuige en slachtoffer.
Het huidige Wij waren erbij is geschreven door leden van een genootschap van auteurs van historische jeugdboeken, in opdracht van het landelijk steunpunt WOII-Heden, dat ooggetuigen regelt als gastspreker op scholen. Die ooggetuigen zijn oud en er blijven steeds minder over. De schrijvers vertaalden de herinneringen van twaalf van hen in een verhaal waarin de hoofdpersoon een kind is, even oud als de lezer en daarmee komt de oorlog dichterbij. Dat het echt gebeurd is, maken de foto’s en documenten bij elk verhaal duidelijk.
Er zijn verhalen over een joods meisje dat moet onderduiken (‘Elli was negen toen ze drie keer op rij uit logeren ging. Een keer voor twee dagen. Een keer voor twee maanden. En de derde keer voor de rest van haar leven.’), over een Sinti-jongen die als enige uit zijn gezin ontsnapt aan transport naar Auschwitz, over een kind van een NSB-vader, over verzet en Jappenkampen.
Eén verhaal vertelt de ervaringen van een Dutchbatter op vredesmissie in Libanon. Prima keuze om oorlogsleed niet te laten stoppen bij de Tweede Wereldoorlog, maar wat een gemiste kans om het niet nog dichter naar het nu te halen, met bijvoorbeeld de oorlogservaringen van een Syrisch kind. Daar wreekt zich de opdrachtgever: dat Syrische kind zal (nog) geen gastspreker kunnen zijn, maar juist in een boek als dit hoort het erbij. Pas dan wordt ook duidelijk waarom her- en gedenken zo belangrijk is.
(Deze recensie verscheen ook in Didactief).