Magie en psychologie: Lucy Strange weet het in haar vierde jeugdboek, De zusjes uit het Verzonken Moeras, weer vakkundig te combineren.
Een klassiek leesavontuur in de beste zin van het woord. Die kwalificatie paste bij eerdere jeugdboeken van Lucy Strange, zoals Ons kasteel aan zee en De geest en het meisje, en zeker ook weer bij nummer vier, De zusjes uit het Verzonken Moeras, Ook dit boek neemt de lezer weer mee in een avontuur vol spanning en magie, maar ook met een diepere psychologische laag waarin hoofdpersonen groeien en zichzelf ontdekken.
In dit boek is dat Willa, nummer drie van zes zussen. Hun vader (‘papper’) vindt het maar niks, al die meiden. En sinds de dood van zijn vrouw gaat het er thuis grimmig aan toe. Vooral Willa kan in zijn ogen niets goed doen. Bovendien houdt de Vloek van Zes Dochters hem in de greep, een volksrijmpje dat zijn dood voorspelt. Bijgeloof tiert sowieso welig in hun dorp, Holte in het Moeras. Zo gelden boeken als verdacht en moet je oppassen dat de Moeraskoning je niet komt halen. Toch trekt Willa erop uit met een boek, dwars door het moeras, om haar van huis weggelopen oudste zus Grace op te sporen. Ze is er vast van overtuigd dat Grace, om aan uithuwelijking te ontsnappen, met het ‘Vollemaanscircus’ is meegereisd.
De tocht door het moeras, grijs, mistig, drassig en dreigend, beschrijft Strange prachtig. Het moeras staat symbool voor alles waar je als mens maar bang voor kunt zijn. Je kunt je door je angst laten meeslepen en wegzinken in de modder, of je kunt je eigen pad volgen. Grace vindt Willa niet, tenminste niet meteen. Maar ze ontdekt wel dat je je niet bang moet laten maken. Zoals haar opoe al tegen haar zei: ‘Je bent sterker dan je denkt.’
(Deze recensie verscheen eerder in Didactief. juni 2022)