Rechttoe-rechtaan en realistische verhalen - voor zwakkere lezers is dat een fijn concept. De levens van Lanya van Mirjam Oldenhave is zo’n boek.
Het boek verhaalt over Lanya die met haar ouders uit Koerdistan naar Nederland vluchtte, zich daar inmiddels helemaal thuis voelt, maar volgens haar ouders ‘te veel verwesterd’ is. Om aan uithuwelijking te ontsnappen loopt Lanya weg van huis. Maar op haar geheime onderduikadressen wordt ze heen en weer geslingerd tussen opstandigheid en schuldgevoel. Dat laatste wint en Lanya laat zich welhaast gewillig koppelen aan een jongen in Koerdistan. Ze krijgt twee kinderen met hem en laat zich door haar schoonmoeder gebruiken als huissloof. Totdat het weer begint te knagen en ze met alleen haar dochtertje teruggaat naar Nederland.
Oldenhaves verhaal is uit het leven gegrepen: ze beschreef de wederwaardigheden van haar pleegdochter Lanya. Het is ook een bekend en vaker verteld verhaal, meisjes die tussen twee culturen gevangen zitten. Daarom is het jammer dat Oldenhave er niet meer psychologische diepte aan gegeven heeft. Het verhaal blijft een beetje steken in een en-toen-en-toen vorm, waarbij keuzes van Lanya voor de lezer soms als een duveltje uit een doosje komen. Ze lijkt puur in het moment te handelen, zonder overwegingen voor of na, alsof alles haar overkomt. Maar Oldenhave koos wel voor de vorm van een achteraf verteld verhaal en daarin zou je meer bezinning verwachten. Nu lezen we out of the blue ‘En toch was ik doodongelukkig.’ Ook de ommezwaai van Lanya’s moeder die haar dochter overhaalt naar Nederland te vertrekken, komt uit de lucht vallen. Misschien is dat wat Oldenhave juist wil overbrengen: het is allemaal niet zo zwart-wit en handelen we niet altijd logisch. Toch overtuigt het verhaal zo niet helemaal en dat is jammer.