Het fenomenale Alfabet van Charlotte Dematons biedt voer voor inspirerende taallessen.
Als illustrator Charlotte Dematons iets doet, doet ze het goed. Tot in de uiterste puntjes. Haar voorliefde voor details kenden we al van haar tekstloze prentenboeken Nederland en Sinterklaas. Die kunst heeft ze vervolmaakt in Alfabet. Ze volstaat niet met één item per letter (‘A is een aapje’), maar tekent een dubbele pagina boordevol wezens, spullen en handelingen die met die ene letter beginnen. Zoals Apen die een Aardbei Afwassen. En omdat Dematons wil dat alles klopt, staat Sinterklaas niet in Tabberd, maar in Smoking op zijn Stoomboot (zijn knechten zijn trouwens witte Schapen, ook weer opgelost).
Er is waanzinnig veel te kijken en te ontdekken op elke prent: dieren, planten, kunstenaars, kinderboekenhelden, gebouwen, eten, drankjes, alles komt voorbij. Het is een leerzaam feest om dit boek met je leerlingen te bekijken en samen telkens weer nieuwe woorden te vinden. Er zitten er ruim drieduizend in verstopt, dus hoe taalrijk wil je het hebben. En in de klas of thuis kun je samen vast nog meer woorden bedenken, want Dematons heeft weliswaar het woordenboek afgegraasd, maar niet alles is tekenbaar. Angst is bijvoorbeeld lastig. Maar Bang kan weer wel. Zo kun je met leerlingen meteen doordenken over verschillende soorten woorden.
Hoewel letters de hoofdrol spelen, is de letter van dienst vrij onopvallend aanwezig, vooral te vinden door de letterdief die door alle pagina’s waart, op te speuren. En dat is misschien wel de grootste verdienste: dat Dematons zonder woorden het taalplezier weet aan te zwengelen en de kracht van taal toont. De hele wereld om je heen is taal. Via ons vernuftige alfabet kunnen we kennis overdragen. Want wat doet die Krokodil nou op de A-pagina? O wacht, dat is een Alligator!
(Deze recensie verscheen ook in Didactief.)