Soms begrijp je iemand maar half en ben je toch goede vrienden. Zo is het met Kees en zijn vriend Jan in De zee zien, de tweede jongerenroman van Koos Meinderts.
Het verhaal speelt zich grotendeels af in een dorp aan zee ergens in de jaren vijftig van de vorige eeuw, met een raam in het heden. Ik-verteller Kees blikt als 70-jarige terug op deze vriendschap en op zijn jeugd in een katholiek gezin. In de proloog maakt hij meteen duidelijk waarom het bij een jeugdvriendschap bleef: Jan klom in een hoge fabrieksschoorsteenpijp en viel te pletter. Kees stond erbij en keek ernaar.
De vriendschap met Jan vertegenwoordigt voor Kees een vrijplaats. Bij Jan kan hij even loskomen uit het drukke gezin en nadenken over dingen. Ze praten over wat vrijheid is en over hoe je het beste een bh van een meisje kunt losmaken. Jan is veel stoerder en brutaler dan Kees ooit zou durven te zijn. Maar ook veel rustelozer en daarin begrijpt hij zijn vriend niet helemaal. Wat bedoelt Jan bijvoorbeeld als hij zegt dat de wereld er niet voor hem is? Jans verlangen naar de zee is een verlangen naar vrijheid en eindelijk zichzelf kunnen zijn. Als hij Kees uitdaagt om samen de hoge fabrieksschoorsteenpijp te beklimmen, opdat ze de zee kunnen zien, stemt deze eerst toe. Maar op het laatste moment krabbelt hij terug en laat hij Jan alleen omhoog gaan. Als Jan valt, rent Kees naar huis en doet hij alsof er niets is gebeurd. Over zijn eigen lafheid houdt hij zijn hele leven een schuldgevoel. En misschien, zo denkt de 70-jarige, voelde Jan zich ook wel verraden en buitengesloten omdat Kees verliefd was op zijn tweelingzus Marijke.
Met ingehouden zinnen weet Meinderts deze vriendschap ontroerend neer te zetten. Het boek roept bovendien een mooi beeld op van opgroeien in een katholiek gezin in de jaren vijftig. Soms is de auteur iets te ijverig in zijn geschiedschrijving en worden namen en gebruiken iets te nadrukkelijk gepresenteerd. Tegelijkertijd verhevigt juist die historische context ook het heimwee van de ik-verteller naar een wereld waarin alles nog overzichtelijk was.
Het gelaagde boek laat zich zowel lezen als spannend jongensboek als een psychologische roman. Het roept vragen op over wat vriendschap is, over schuld en of je anderen wel ooit echt kunt begrijpen.
(Deze recensie verscheen eerder, in licht gewijzigde vorm, in Didactief, maart 2016)